Vermogensbelasting 2022 en in de toekomst. De wijzigingen op een rij!

Vermogensbelasting 2022
Leestijd: 4 minuten

Eind 2021 is door de Hoge Raad bepaalt dat het vermogensbelastingstelsel, ook wel box 3 genoemd, onrechtmatig is. Deze uitspraak heeft impact op de manier waarop er over vermogen, belasting wordt geheven. In dit artikel legt Finance Owl uit hoe de vermogensbelasting 2022 en in de toekomst werkt.

Inhoud

Korte samenvatting van het Nederlands belastingstelsel

Er zijn in Nederland 3 verschillende belastingsboxen:

  • Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning
  • Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
  • Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

In dit artikel richten we ons op box 3, die gaat over de vermogensbelasting. In box 3 wordt je spaargeld, beleggingen en schulden belast. Wil je meer lezen over de andere belastingboxen? Lees dan dit artikel: Belastingaangifte 2021 tips en trucs!

Heffingsvrij vermogen

In box 3 geldt voor iedereen een heffingsvrij vermogen. Als je vermogen niet hoger is dan het heffingsvrije vermogen dan hoef je in box 3 dus geen belasting te betalen. Als je wel meer vermogen bezit dan het heffingsvrije vermogen, dan telt alleen het vermogen erboven mee voor de belasting in box 3.

In 2022 is het heffingsvrije vermogen €50.650 per persoon. Voor fiscaal partners bedraagt het totale heffingsvrije vermogen €101.300.

Belasting op fictief rendement stapsgewijs omhoog van 31% naar 34%

Momenteel is de inkomstenbelasting die je betaald over het vermogen in box 3: 31%. Vanaf 2023 gaat de box 3 belasting stapsgewijs omhoog. Hoogstwaarschijnlijk met één procent per jaar naar uiteindelijk 34% in 2025 (2023: 32%; 2024: 33%).

Uitspraak Hoge Raad vermogensrendementsheffing

Eind 2021 is door de Hoge Raad bepaalt dat de Belastingdienst in de periode van 2017 tot en met 2020 onrechtmatig heeft gehandeld. Gedurende die periode is de vermogensbelasting gebaseerd op basis van een fictief rendement.

Dit is met name voor spaarders ongunstig omdat het fictieve rendement gedurende die periode veel hoger was dan het gerealiseerde rendement door spaarders. Dat komt door de lage spaarrente.

Vandaar dat er een wijziging gaat plaatsvinden waarbij de Belastingdienst de vermogensbelasting baseert op daadwerkelijk gerealiseerd rendement. Per 2026 is het de bedoeling dat het nieuw belastingstelsel ingaat.

Voor de periode van 2023 tot en met 2025 geldt een overbruggingswet. Gedurende deze periode wordt er nog steeds gewerkt met een fictief rendement maar wel een verschillend fictief rendement voor spaargeld, beleggingen en schulden.

Hoe werkt de vermogensbelasting 2022?

De Belastingdienst gaat er nu vanuit dat je meer rendement haalt naar mate je meer vermogen hebt. De Belastingdienst gebruikt hiervoor de assumptie dat mensen met veel vermogen meer beleggen dan sparen. Bij beleggen behaal je, over het algemeen, meer rendement ten opzichte van sparen. Vandaar hoe hoger het vermogen, hoe hoger het fictieve rendement is waarmee wordt gerekend. Let wel, het hoogste fictief rendement waarmee gerekend wordt is 5.53%. Onderstaand lichten we het toe.

In het huidige Nederlandse vermogensbelastingstelsel zijn er 3 schijven om het fictief rendement te bereken. Vervolgens betaal je over het berekende fictieve rendement 31% inkomstenbelasting. De Belastingdienst gaat er nu nog vanuit dat alle Nederlanders een deel van hun vermogen sparen maar ook een deel beleggen. Ook als je alleen spaargeld hebt en niet belegt gaat de Belastingdienst er vanuit dat je een deel hebt belegd.

In onderstaand overzicht lichten we de belastingschijven van box 3 in meer detail toe.

SchijfBox 3 belastbaar inkomenVerwacht rendement:
-0,01%
Verwacht rendement:
5,53%
Gemiddeld
rendement
1tot € 50.65167%33%1,818%
2vanaf € 50.651 tot € 962.35121%79%4,366%
3vanaf € 962.3510%100%5,53%
  1. Bij schijf 1 wordt er over 67% van je vermogen een rendement van -0,01% gerekend, en over de overige 33% een rendement van 5,53%. Gemiddeld komt dat uit op 1,818% rendement.
  2. In schijf 2 wordt er over 21% van je vermogen een rendement van -0,01% gerekend, en over de overige 79% van je vermogen een rendement van 5,53%. Gemiddeld komt dat uit op 4,366% rendement.
  3. In schijf 3 wordt er over 100% van je vermogen een rendement gerekend van 5,53%.

Voorbeeld vermogensbelasting in 2022

Stel je bent alleenstaand, hebt € 200.000 spaargeld en geen schulden. Je belastbaar inkomen in box 3 is dan € 200.000 – € 50.650 heffingsvrij vermogen = € 149.350. Als je naar de tabel kijkt valt dan € 50.650 in de schijf 1 en € 98.700 in schijf 2.

Schijf 1

  • 67% x €50.650 = €33.935 | €33.935 x -0,01% = -€4
  • 33% x €50.650 = €16.715 | €16.715 x 5,53% = €924

Schijf 2

  • 21% x €98.700 = €20.727| €20.727 x -0,01% = -€2
  • 79% x €98.700 = €77.973| €77.973 x 5,53% = €4.312

Totaal:

  • -€4 + €924 + €2 + €4.312 = €5.234
  • Over het totaalbedrag betaal je vervolgens 31% belasting: 5.234 x 31% = €1.623

Hoe werkt de vermogensbelasting vanaf 2023 tot en met 2025?

Bij het bepalen van de vermogensbelasting vanaf 2023 tot en met 2025 wordt er gekeken naar de werkelijke verdeling van je spaargeld, beleggingen en schulden.

Bij de vermogensbelasting 2022, zoals uitgelegd in het vorige hoofdstuk, gaat de Belastingdienst ervan uit dat een deel van je vermogen wordt belegt en een deel gespaard. Ook als je alleen spaargeld hebt en niet belegt gaat de Belastingdienst er vanuit dat je een deel hebt belegd.

Bij de nieuwe rekenmethode, die geldt van 2023 tot en met 2025, gaat de Belastingdienst uit van de vermogensbestanddelen die je werkelijk hebt. Dit is op basis van de spaartegoeden, beleggingen en schulden die je hebt opgegeven bij je aangifte. De Belastingdienst gebruikt vervolgens fictieve rendementen die dichtbij de werkelijke rendementspercentages voor sparen, beleggen en schulden liggen.

Voorlopige percentages

Onderstaand de voorlopige fictieve rendement percentages voor spaargeld, beleggingen en schulden. Deze percentages staan overigens nog niet vast en kunnen nog veranderen. Uiterlijk in februari 2023 worden de definitieve percentages bekend.

  • Spaargeld: 0,01%
  • Beleggingen: 5,53%
  • Schulden: 2,46%

Voorbeeld vermogensbelasting van 2023 tot en met 2025

Stel je bent alleenstaand, hebt € 200.000 spaargeld en geen schulden. Je belastbaar inkomen in box 3 is dan € 200.000 – € 50.650 heffingsvrij vermogen = € 149.350. Op basis van bovenstaande fictieve rendement percentages van 2023 tot en met 2025 betaal je slechts: €5 ((0,01% x €149.350) x 31%).

Ten opzichte van de manier waarop de vermogensbelasting in 2022 wordt berekend is dat €1.618 goedkoper (€1.623 – €5). Een aanzienlijk verschil dus! Let op: in dit voorbeeld wordt er enkel gerekend met een vermogen bestaand uit spaargeld.

Hoe werkt de vermogensbelasting vanaf 2026?

Het kabinet heeft in het coalitieakkoord afgesproken om een nieuw box 3-stelsel te introduceren. Dit betekent dat de Belastingdienst van plan is om vanaf 2026 belasting te heffen over het werkelijk behaalde rendement. Hoe het nieuwe box 3-stelsel eruit gaat zien is nog niet definitief.

Tot 2026 wordt de vermogensbelasting bepaald op basis van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden zoals uitgelegd in hoofdstuk: Hoe werkt de vermogensbelasting vanaf 2023 tot en met 2025.

Andere artikelen

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *